3. Er ligt een schaap onder. Ik ga op onderzoek uit, want hij lijkt dood. Dat klopt. In 1e instanties denk ik dat het moeder is. Ik ben ff van de kook
|
4. Ik bel Mari-Anne of zij de boer kent van deze schapen met de gele oorklip? Dat weet zij en ze gaat er mee aan de slag, nadat ik heb uitgelegd waar ik precies zit.
Ze belt mij terug.
De boer haalt het dode schaap op. Ik vertel haar, dat het moeder niet is, maar een jonkie, die bij die andere twee hoort. Die staan nog steeds te wachten, de stakkers.
Mari-Anne zal dit ook nog doorgeven.
Op de terugweg is het lam al weggehaald.
Gelukkig, want er zaten veel vliegen op en het is erg warm.
‘s Avonds gaat de telefoon. Het is de boer. Hij heeft van Mari-Anne gehoord, dat ik Noors spreek.
Hij bedankt mij voor de moeite. Hij heeft het lam opgehaald.
Ik vertel dat ik op de terugweg enorm huilende schapen heb gehoord. Is dat moeder?
Nee, moeder is dood, maar hij heeft haar niet kunnen vinden.
Er zit een beer die zijn schapen opeet!
Vorige week verloor de boer al twee schapen, nu dit jonkie (vastgelopen onder de stabbur, in paniek?) en dan de moeder. Dat zijn er vier in twee weken.
Ik bedank de boer dat hij mij belde!
Ik weet nu, dat hij op de hoogte is van de jammerende schaapjes. Misschien kan ik beter een tijdje wisselen van wandelgebied.
Ik ben alleen en maak geen herrie. Ik kan een beer verrassen en een beer die schrikt is niet aardig…. |
Comments
Vier dode schapen en een beer — No Comments
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>