1. Maandagochtend de 6e januari zonsopgang op Revefaret. Ook hier zijn er bijzondere luchten. Mandag grytidlig, 6. januar soloppgang på Refevaret. Også her har vi spesielle himmel |
2. På denne mandag har jeg først vært til flyktningfamilie. Til fots, fordi de bor i nærheten nå! To barn er til skole og den yngste var hjemme en dag til. Da jeg tok mine sko, snakket hun ‘ha det’ til mor. Hun har tenkt seg og for å gå på tur med meg. Så jeg tok henne til hagen vår for å leke |
3. Maandagochtend ben ik eerst op bezoek gegaan bij het vluchtelingengezin. Te voet, want zij wonen inmiddels in de buurt. De twee oudste kinderen gaan nu naar school. De jongste is nog een dag thuis. Toen ik mijn schoenen aan deed bij vertrek, besloot dit dametje dat zij met mij op pad wilde. Ze zei netjes ‘ha det’ tegen moeder. Niet tegen te houden. Ik heb haar meegenomen naar ons speelapparaat in onze tuin. |
4. Etterpå har jeg vært til KIWI… Sånn dag!! Daarna boodschappen doen… zo’n dag….! |
5. De bel gaat. De bloemist staat op de stoep. Met een plantenbak en chocola. Dørklokka ringer. Ei jente fra blomsterbutikken med blomst og sjokola |
6. Met een kaartje van mijn bezoeksvriendin, waar ik iedere week koffie drink en altijd eigengebakken cake mee naar toe neem. Blomst med hilsen fra min besøksvenn, hvor jeg hver uke drikker kaffe med og tar hjemmebakst til, helt frivillig 😉 Så fint og uventet! |
7. De dag loopt verder nog vreemder. Het broertje en zusje van het meisje op de glijbaan, bellen aan als het al donker is. Ik denk: ‘Wat leuk, zij weten dat zusje hier is geweest en nu komen zij ook even langs’. Net als zij aan de limonade zitten en in hoog tempo de koektrommel leegeten (waarbij ik denk: zo, die hebben nog niet gegeten!), rinkelt mijn telefoon. Moeder in paniek. Het lastige is, dat ik niet met moeder en de kinderen kan praten. Geen Engels, Frans of Noors. Ik voel aan mijn klompen aan, dat de kinderen snel naar huis moeten. Ik krijg de hulpverlener van de gemeente aan de telefoon. Ik zeg dat ik er aan kom met beide kinderen en mee loop, want het is donker! Reconstructie: de schoolbus heeft een verkeerd adres gekregen. Moeder is met de hulpverleners aan het zoeken, beneden in het dorp, terwijl de kinderen, ruim 3 km de berg op lopend, thuis zijn gekomen. Niemand thuis! Wat doen ze dan? Ze staan hier op de stoep. Ondertussen is moeder met de hulpverleners thuis en ziet twee rugzakken staan. De kinderen zijn dus boven water! Maar waar? Er is maar een persoon die in de buurt woont en dus belt ze mij. Wát een eerste schooldag. We hebben een gesprek met een tolk er bij en dan vallen alle stukjes op zijn plek. Tot nu toe ging het prima. Vanuit de gemeente worden kosten nog moeite gespaard. Deze vergissing is dan een domper, maar ik neem mijn petje af voor de ondersteuning! Vooral, omdat het met de opvang van vluchtelingen niet altijd zo goed gaat. De kinderen vertellen aan de tolk, dat zij niet bang zijn geweest. *We hebben gewoon de busroute gevolgd’ … Eind goed, al goed
|
8. Ik ga over tot de orde van de dag: vogels voeren. Jeg tar min vanlige jobb i hånden: mater fugler i hagen |
Comments
En ualminnelig mandag / een bijzondere maandag — No Comments
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>