1. Sinterklaas is op 6 december met al zijn pakjes, die stoute Nederlandse kinderen niet kregen, op weg naar Drammen

2. Harco vergelijkt Noorse verzekeringen en hij ontvangt zijn eerste Noorse bankpas. Hij wél. hij heeft een D-nummer. Ik ben stikjaloers natuuuuurlijk

3. We krijgen vorst en sneeuw. Ik maak een raambeschermer voor de voorruit van de VW-bus. Dat zijn drie ruitbeschermers aan elkaar genaaid! Elastiek houdt de zaak op zijn plek

4. Die zuignapjes doen het niet meer, maar de haakjes kunnen wel aan de deurklinken van de bus haken. Eens kijken of mijn bouwwerk de voorruit blijft bedekken als’t waait

5. Tegen dat het gaat schemeren komen de lampjes in de schuur (van onze buren) tegenover ons huis tot leven

6. De laatste gordijnen, onder het uitpuilende prikbord, zijn aan de beurt. Die van de slaapkamer. Dan kan de oranje Necchi de kast in

7. Eindelijk landt mijn verjaardagscadeau van Ina en Rob. Een Twents Gevelteken, namelijk “de Levensboom met korenaar, zonnerad en maanstanden, vervolg levensboom met bloeiende tulp”. Toepasselijk, nu ik nét de tulpenbollen heb gepoot én in het Eshuis-wapen staan drie korenaren. We hangen het gevelteken op, zodat wij onheil kunnen afwenden en om geluk en voorspoed bij de goden af te dwingen

8. Zodra hij thuis is helpt buurman Harco met de internetverbinding. Die heeft TTT-problemen. Daarna verdwijnt Tom mét hoofdlicht naar de kleinere schuur die links van deze ligt. Sneeuw, donker en vorst? Na werktijd gaat hij “gewoon” verder met restaureren

9. Het sneeuwt niet eens zachtjes!

10. Ik heb de naaispullen opgeborgen, het huis gezogen en zie, dat er nog licht brandt op de werkplek in de grote schuur. De sneeuw werkt ook nog gestaag door! Die heeft niet eens een koplamp nodig