1. Op 2 augustus lopen wij vanaf het strand, waar de VW-bus staat bij Finnkoisjøen, richting de groeve |
2. Naar DNT-hut Bjørneggen is te ver, want rond 14 uur is er regen en mogelijk onweer voorspeld. We lopen toch nog 8 km, deels over een T-pad, maar de terugweg banen wij zelf… |
3. Die hoge stokken met rode kruizen, dat zijn snowscooterpaden van de Sami, die hier hun Tamrein hebben lopen en ook weer verzamelen |
4. Er lopen mega langgestrekte hekken om de Tamrein naar de juiste vangstplekken te leiden in het najaar. Het DNT-pad loopt er doorheen |
5. Er liggen meters rollen met gaas, die opnieuw bevestigd worden. De Sami hebben nog een klus te klaren |
6. Uiteindelijk worden de Tamrein hier verzameld. Een enorme plaats met grote hekken die groepen Tamrein kunnen scheiden van elkaar |
7. Finnkoisjøen is een hoog gelegen stuwmeer, tussen de bergen, omringd door wit zandstrand |
8. Eindeloze vlaktes, met bloeiende, heerlijk ruikende, heide, afgewisseld met moerassen en lage bosjes en bergje op en af, natuuuuuurlijk |
9. Die witte pluizen? Dáár zijn wij tegen gewapend! We hebben onze super hoge wandelschoenen aan |
10. Zie je die varde daar boven? Daar huppelt Paparazzi naar toe 😉 |
11. Aan de overkant van het stuwmeer kijkt Ramfjellet (1216m) ons besneeuwd aan. Het is in deze regio beduidend kouder dan op de Rondane! En natter!! |
12. We lopen van varde naar varde richting de groeve, heuveltje op en af en … op |
13. In de verte kijk je uit op het gebergte rond Nesjøen, waar wij de vorige twee dagen kampeerden |
14. Dit wordt opnieuw dalen en terug klimmen |
15. Nog steeds zijn onze plannen ongewijzigd. Niks DNT-hut. Groeve en terug! |
16. We hadden geen idee wat we kunnen verwachten. De groeve is van 1771 en verlaten in 1993. De groeve is duidelijk te zien |
17. Tussen het stuwmeer (niet te zien) en de groeve staan nog steeds rode kruizen |
18. Kun jij je Noors bijspijkeren 😉 Gilså gruve ligger nær toppen av Gilsåfjellet ca. 930 m.o.h. og ble åpnet første gang i 1771. Gruva er en underjordsgruve og ligger på vannskillet mellom Gilsåa/Stjørdalselva og Lødølja/Nea. Det ligger en del veltemasser utenfor de vannfylte gruvesjaktene. Hovedmengden av avrenningen går til Gilsåa, men også noe til Lødølja og Nea.
I samlet avrenning via sig til Gilsåa ble det målt 7,8 mg kobber per liter i 1997. I samlet avrenning via sig til Lødølja ble det målt 1,1 mg og 4,5 mg kobber per liter i 1997. Selv om metallkonsentrasjonene er betydelige har imidlertid avrenningen herfra liten betydning for de tilstøtende vassdrag da vannmengdene er beskjedne. I perioder med stor utvasking kan avrenningen ha en målbar effekt på tungmetallnivåene i Gilsåa. I Gilsåa ble det målt 0,2 mikrogram kobber per liter i 1993 og 4,2 mikrogram kobber per liter i 1997. Total sett vurderes tilførslene fra Gilså gruve som beskjedne |
19. De oude mijnschacht achter hekken |
20. Er staan resten van werkhuizen en er liggen nog stukken van een lijnbaan |
En dan doe je weer héél “gewoon” over die Goudplevier .
Dié zou ik hier ook we l weer eens willen zien .
óók weer een soort die dankzij de boeren is weggejaagd uit ons land ( grommm )
Die groeve …..Goudgroeve ???
Zou er misschien nog een klompje of wat liggen ?
Dit was een écht goudmailtje …..
Dat komt omdat die Goudplevier hier vaak gezien wordt. Mooie vogel. Vliegt luid klagend mee, nieuwsgierig. Laat zich fotograferen! Ik ga de naam van de Torenvalk nog invullen, maar VW-bus staat al in startblokken voor volgende toer….
Mooie foto’s, Nardi. Heerlijk om te dwalen door dat bijzondere land.