1. Op de 1e augustus, dat wij naar Vuludalsbua willen lopen, vliegen hier de zwaluwen uit! Massaal. Een twitterend kabaal vanjewelste. Er krijst een roofvogel bovenuit. Die lust wel zo’n jong zwaluwtje. De volgende dag is er geen zwaluw meer te bekennen :-‘ |
2. Er is een groot verschil tussen deze tocht met Harco en mijn vorige wandeling een paar weken geleden, dezelfde kant op. Die eindigde bij een rivier, zó diep, dat ik niet verder ging.
Gekkenwerk om alleen snel stromende rivieren over te steken in een gebied waar niemand komt. Behalve tijdens het jachtseizoen, maar dat was toen al gesloten.
Zie https://www.nardieshuis.no/2017/06/11/vuludalsbua-bij-twijfel-verstand-gebruiken/
|
3. We dachten wederom: “Dat doen we even”. Achteraf liepen we 18,73 km in 6:45 uur met een gemiddelde van 3.6 km/uur. Het loopt ook niet snel over van die rare, oneffen stenen paden! Het hoogste punt was 937 m en we hebben 815 calorieën verbruikt. Platte buiken krijg je er van 😉 |
4. We starten bij de rivier die onze tocht zowel op de heen- als terugreis gorgelend vergezeld. Op enig moment moeten wij hier overheen. BBBrrrrrrr |
5. Géén commentaar graag. Ik zie er niet uit, maar heb zó geen last van piekerig haar dat kriebelt. Op naar Vuludal |
6. Volgens mij lopen we hier langs een Løvsanger / Phylloscopus trochilus. Zo’n klein vogeltje en dan al zó’n klinkende naam! Maar hij kon zingen! |
7. Dan heb ik ook nog een doodgewone Kjøttmeis / Koolmees in de aanbieding. Zelfde bos op de heenweg. Vast een zangconcurrentie?! |
8. We komen in het Nationale Park, mét regels! |
9. We blijven er mee vervelen (?), maar hier is dan de Rondane |
10. Harco heeft de eerste en laatste mug van de 1e augustus plat geslagen |
11. Er lopen dwars-rivieren naar beneden. Deze zijn beter over te steken dan een paar weken geleden! Er is geen smeltsneeuw meer!!! |
12. Er liggen nu vaker stenen droog, waar je op kunt gaan staan |
13. Een paar weken geleden was er nog geen schaap of koe te bekennen. Nu is het een stuk gezelliger |
14. Elanden lopen er óók, maar houden zich goed verborgen |
15. Dit groepje schapen loopt als een haas de heuvel voor ons op. Mensen, dat is eng! |
16. Ik huppel met die hele hoge schoenen de volgende zijrivier over. Compleet volleerd… |
17. Midden tussen de boompjes een vijvertje met Krypsoleie (iets met kruipen en zon) / Ranunculus repens. Boeren zijn niet blij als deze gele bloemen in hun weiland zitten, het woekert nogal |
18. Helemaal zielig alleen in dat bos, in de maand augustus (!) nog Engforglemmegei. Als je dit plat vertaalt, is het een vergeetmijnietje dat op het veld groeit / Myosotis scorpioides |
19. De rivier loopt soms als een waterval door Vuludal |
20. En als het nat is, staat er Aconitum / Tyrihjem. Ook hier weer. |
21. |
22. Ik word steeds blijer van mijn heeeeeele hoge Meindels |
23. Het blijft mooi, die heuvels bedekt met verschillend gekleurde mossen |
24. Afgewisseld door een vennetje op hoger niveau |
25. Hier moeten we over om bij Vuludalsbua te komen |
26. Mannen min zoekt een veilige plek om over te steken |
27. Aan het eind van de dag stellen we vast, dat deze kant van de rivier heel anders is dan de andere kant |
28. Ik liep op dezelfde plek, ander hoofddeksel |
29. Tot onze grote verbazing zijn hier oude vangstplekken van rendieren. Men legde hier takken over, dreef de rendieren door het dal. Een aantal schoot door de takken en dan konden de rendieren worden gedood. |
30. Dit is het dal waar we zeker 7 vangstplekken telden. Normaliter staat dit in de toeristenfolder. Dit is geen “toeristroute”, maar serieus jachtgebied |
31. Dan komen we een ander graf tegen |
32. Van welke koning is dit? |
33. Deze berg is herkenbaar. Hier kwamen wij over richting DNT-hut Eldåbu |
34. Ons reisdoel: Vulubua, helaas op slot voor niet-aangesloten-jagers |
35. Eerst nog de rivier over, geholpen door een fraaie, houten brug |
36. Ik moet een pad ontwijken, die over mijn schoen sprong. Mirakels, dát moet een sprong voor het arme beest zijn geweest! |
37. Vuludalen is mooi, ruig, nat, imposant |
38. Harco zet de sokken er in, Hij ruikt pauze! |
39. Eindelijk de tweede hut in zicht, die ook op slot bleek te zitten, puf |
40. De oversteek naar de jacht-/vishutten |
41. Lunch op Vuludalsbua |
42. We lopen terug langs de andere kant naar de VW-bus. Hier nog langs de rivier, waar een zoutsteen voor de koeien staat |
43. De koeien zijn, net als de schapen en geiten, eigenlijk nog maar net “boven” |
44. En dan begint onze zoektocht, want het pad is “duister”. De GPS helpt ons uit de brand |
45. Harco ruikt de VW-bus (beetje vroeg, ontdekt hij later) |
46. Ook aan deze kant zijrivieren = erger dan een evenwichtsbalk in de gymzaal |
47. Afgewisseld door “myr”. Dat zijn van die dwars lopende blauwe strepen op de kaart = water/moeras |
48. Dan bloeit er laag bij de grond Snøsøte / Gentiana nivalis. De bijnaam is Kristi blå augo. Kristi zal vast geen groene ogen hebben gehad! Vaak mis je deze intens blauwe bloemen, omdat zij zich helemaal sluiten als zij koude voeten krijgen |
49. Ook op de terugweg duiken we weer zo’n laag bos in met haast onbegaanbare paden |
50. En daar schrikt Harco zich het apezuur! Vlak naast hem vliegt een Lirype op (een volwassen mannetje). Ik heb deze foto geleend van Wiki, want het ging allemaal té snel voor een foto of schrok ik nét zo?! |
51. We zijn bij ons 2e doel: Ljørbua. De andere vishut |
52. In de hut is een centrale stookplek aangelegd. Er liggen twee rugzakken (dat kan nog in Noorwegen), terwijl de eigenaren op pad zijn…of…. Als jullie ons missen? Wij zijn ff vissen? |
53. Ook een ordentelijke wc ontbreekt hier niet, mét vastgehouden dak. Jaaaa, wel op de details blijven letten! |
54. We lopen langs een meer naar beneden. De vissen springen ons bijna om de oren. Harco moet mij bijna meeslepen! |
54. Nog een moeras-passage. Deze is voor makkies, met plankier. Komen we toch nog met droge voeten thuis! |
|
Interessant, die valkuil voor de rendieren
Dat is het ook. Nog uit de tijd dat de Noren met speren en een mes liepen. Zij legden takken over zo’n gat, joegen de rendieren door de vallei en dan hadden ze van de tientallen of zelfs honderden (er lopen er in het juiste seizoen écht zoveel!) er altijd een aantal die in het gat vielen. Ze noemen het netjes “grav”, maar het is een vangstmethode.
Richting Folldal zit er ook één en daar staat een groot bord bij. Nadat je alle spieren uit jouw kuiten hebt gelopen, kom je bij dat vangstgat aan. Maar… waar wij liepen? Daar wijzen de Noren niet op het verleden. Dat is nog een actief jachtveld namelijk! Maar dan met geweren.