Zwart-wit = de mannelijke Fidecula Hypoleuca
Duidelijk is deze vogel niet, maar wél erg zwart-wit. Ik heb de foto vanuit de keuken door dubbel glas genomen. Beetje wazig.
Helaas staat hij niet in het enige vogelboek dat Solhaug rijk is.
Dus… ik doe een beroep op mijn gevleugelde vogelvrienden! HELLUP!
Niet dat jullie van mij verlost zijn, want ik heb na deze foto nog een wandeling gemaakt. Wellicht piep ik nog een keer…. unnskyld/sorry.
Zie de reacties voor de naam van deze gevleugelde tuingast
Vreemde vogel zonder staart. Geen idee. Misschien een jong? De volgende scherper graag en met staart!
Reactie van Bert Winters, de Wieringer vogelringer: In Zweden zeggen ze: svartvit flugsnappare. In Noorwegen zal het niet heel anders zijn. Wij zouden het een mannetje Bonte vliegenvanger noemen. Die heb je achter de Dikke Bries niet!
Groet, Bert.
Ja hoor , vraag het gerust aan jouw “gevleugelde vrienden” Zonder twijfel , de bonte Vliegenvanger . Waarom die vanuit Afrika zo ver naar het noorden doorvliegt om daar bij jou in Noorwegen vliegen te gaan vangen , begrijp ik niet . Die hebben we hier toch ook wel ?. Ciao ….. Frits
Frits igjen: “Hoi Nardi….. inderdaad een beetje onscherpe foto ( eufemisme) …… Maar niet getreurd ; jouw gevleugelde vrienden komen daar desondanks wel uit …… ?. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid had je het mannetje van de Fidecula Hypoleuca voor het beslagen keukenraam . Grappig dat die trekvogels het vanuit Afrika het zó noordelijk zoeken om hun vliegen te vangen . Die laatsten hebben wij hier toch óók al wel ! Hoef je niet helemaal voor naar Noorwegen te vliegen …… toch ? Maar da’s zó maar een overpeinzing . ?
“
Nee hoor, het raam was niet beslagen, Frits. Het is dubbel glas met grote tussenruimte. Dus twee aparte ramen, zoals hier gebruikelijk is in klassieke hutten. Ik zag het vogeltje uit mijn ooghoeken, rende naar de kamer (gelukkig is de hut niet groot), greep mijn camera, rende terug en maakte snel de foto. Dan maar vaag, maar ik had hem op de gevoelige plaat! Dank voor alle namen van jou en van Bert!
Hoi Nardi,
Dat vond ik destijds in Zweden (ter hoogte van Trondheim) zo bizar. Bij ons beginnen de mezen te broeden begin april, direct gevolgd door vliegenvangers (in Drenthe). Uiterlijk eind juni – begin juli tweede broedsels. En dan vang je in Zweden half juli nog piepkuikens, net uit het nest en nog met een pluisje nestdons op de kop. Overigens is de Bonte vliegenvanger meer een vogel van Scandinavië (paar miljoen broedparen!!!) dan van West-Europa, ook al broeden ze zelfs zuidelijk tot Spanje. Een hypothese is, dat ze bij voortschrijdende klimaatverandering steeds meer moeite krijgen met de timing van broeden: ze komen domweg te laat in NL aan om nog rupsen voor hun jongen te kunnen vinden en zullen zich dan steeds meer “terugtrekken” naar het noorden. Leuk hoor om het nog van zo dichtbij mee te mogen maken.
Veel plezier nog, Bert.