Bikkels bikkelen
Bikkels bikkelen
Onderstaand artikel “Bikkels bikkelen” schreef ik in februari 2005. De aanleiding dat ik het vandaag uit mijn archief vis, is de logeerpartij van Bert en Annemarie op WH20 dit weekend. Waarin we herinneringen ophaalden uit ons zeilverleden.
Als je Bert en AM ← zo ziet zitten, dan kan er geen schriller contrast zijn dan met onderstaand zeil-winter-verleden en deze zonnige land-foto.
We zeilden namelijk samen ‘s winters vanuit de Compagnieshaven in Enkhuizen. Het liefst onder barre omstandigheden met ijs en sneeuw.
Met slechts één doel: kaasfondue in Stavoren. Als we nu ‘s winters bij elkaar logeren, dan eten we kaasfondue. Deze traditie houden we in ere!
Zowel Bert en AM als Harco en ik hebben de grote boot verkocht (er spelen nog kleine bootjes een rol in ons leven, vandaar het woord “grote””, voordat we verdacht worden van kapsones). We zijn landrotten geworden, oftewel ETIP-ers, waarbij de T staat voor Tuin, Tent en Terras.
We mogen ons als landrotten geen EKIP-ers meer noemen, zoals onze oude zeilmaatjes, waarbij EKIP staat voor Elke Kuip Is Prima.
Nu terug naar het gezamenlijke verleden van de ETIP met het verhaal Bikkels bikkelen uit 2005. Lees en huiver!
De Sonnemaet was al weken in diepe rust en ook ‘t Spant kwam na de Kerst maar slecht van zijn plek deze winter. Het was tijd voor wat heldhaftigheid. Om deze stoere actie door te zetten tussen alle etentjes, feestjes en andere sociale verplichtingen in, besloten we een afspraak te maken. “Het weekend van 26 en 27 februari zeilen we naar Staveren, tenzij er ijs ligt”. Dat dit het koudste weekend zou worden van een winter die als de warmste in honderd jaar de analen ingaat, mocht de pret niet drukken, integendeel.
De Sonnemaet en ’t Spant verlaten in een zonovergoten Enkhuizen de haven en de voorspelde windkracht 5-6, die begeleid zou worden door stevige sneeuwbuien, lijkt wat overspannen. “Wat een flauwekul”, denkt Nardi, “het waait toch amper”? ’t Spant laveert dan ook onder genua de haven uit, richting het Vrouwtje dat in deze inmiddels gure wind al naar ons staat te turen. Kanaal 16 belooft tijdens de koude kruistocht een NO 6 en we worden niet teleurgesteld. “Medemblik geen aardige optie?” klinkt nog hoopvol door de marifoon, “want anders moeten we met blauwe handen nu de zeilen wisselen!” Na 6 mijl verdwijnt de genua stilletjes in het vooronder van ‘t Spant en de kleine fok krijgt gezelschap van een rifje, want de stem van kanaal 16 krijgt gelijk. Het wordt écht bikkelen tegen de wind in.
Met tot bloedens toe bevroren vingers en landvasten die door de kou hun soepelheid verliezen meert de Sonnemaet af onder de eerste sneeuwvlokken, terwijl op ‘t Spant de glühwein langzaam op temperatuur komt. Dat is nog eens plezierig aankomen! Waar de kachel van de Sonnemaet wat tijd nodig heeft om op gang te komen kunnen wij op ‘t Spant aanschuiven in de behaaglijke warmte van de wat modernere techniek. Terwijl de schoorsteen van de Sonnemaet rookt gelijk de nieuwe komst van een paus, passeren, met rode oren van de kou en rode neuzen van de glühwein, alle leuke kroegen rond het IJsselmeer en de voor en nadelen van het winterzeilen. Terwijl wij moed indrinken voor de wandeling richting kroeg in deze barre kou, verdwijnen twee dekken langzaam onder een wit jasje.
De kaasfondue bij muziekcafé Max is een echte aanrader en ook in de zomer leverbaar. De sneeuwballen die Harco om zijn oren kreeg zijn helaas van tijdelijke aard. Deze winter duurt waarschijnlijk niet langer dan een paar dagen. Omdat er van zaterdag op zondag strenge vorst wordt voorspeld, is het ’s zondagochtend spannend. Moet er ijs gehakt worden?
Wat is dat lekker wakker worden een stralend blauwe hemel, een winterzon, een witte dijk en geen ijs rond de boten. Wat was de bemanning van ‘t Spant blij dat ze zaterdag geen “watjes” zijn geweest en naar Medemblik uitweken, maar dapper doorhakten richting kaasfondue! Want de wind is zondag niet in de kerkbanken gaan zitten maar heeft zijn werktenue aangetrokken met een NO 6-7. We maken de kuip en het dek sneeuwvrij en hakken het ijs van de fokkeschoten. Op de Sonnemaet wordt kwistig gestrooid met soda en op ’t Spant wordt de kuip in antivries gedompeld, zodat de bemanning niet bij de eerste beste golf op zijn b.. gaat.
Met een bakstag windje vliegen we achter elkaar naar Enkhuizen. De Sonnemaet levert mooie foto’s met haar bruine zeilen tegen de witte dijk!
’t Spant verandert van boot in ijsbaan, terwijl de golven zich richting lagerwal opbouwen.
Met de muts nóg dieper over de oren getrokken lopen Harco en Nardi gebogen over de steigers naar de Sonnemaet. Met snijdende kou worstelen zij zich zo snel mogelijk door de kajuitopening, waar Bert met warme chocomelk hen opwacht. Annemarie schrijft in het logboek dat wij écht ijspegels aankunnen, op onze knieën over een glad dek kunnen kruipen, een groot assortiment aan ijsmutsen hebben, handschoenen hebben in allerlei kleuren en maten, pegels kunnen hakken, kortom: écht bikkels zijn!
Terwijl de warme chocola zijn weg vindt in onze koude lijven, merken we op, dat het binnenkort wel gedaan is met deze prettige, ijskoude rúst: het seizoen begint over een paar weken. Schildertijd voor twee stalen boten op een verlaten kade…
En nu even eerlijk………….
Voor iedereen die ook de geneugten van het winterzeilen wil proeven, niet doen!
Het is koud, niet gewoon koud, maar stervenskoud. Over het algemeen is het dek zo glad als een ijsbaan en dus levensgevaarlijk. Er zijn weinig boten waar je naar kunt zwaaien. Met je muts over je ogen is het uitzicht niet verbijsterend mooi. Je kunt je bijna niet bewegen door de oneindig veel lagen kleding die je elke keer toch maar weer aantrekt. Met die dikke handschoenen aan is het onmogelijk om de bladzijde van je boek om te slaan laat staan een shaggie te draaien. De landvasten moeten over het algemeen met een schroevendraaier worden losgewrikt. IJsbikken in de ochtend is noodzakelijk maar geen pretje. En al die warme chocomel met slagroom hè… Uren in de sportschool om dat er weer af te trainen.Nee, wachten jullie nou maar gewoon tot het weer lente wordt.
Namens de bemanningen van ‘t Spant en de Sonnemaet.
(bovenstaande tekst en onderstaande aanvulling schreef ik in 2005)
Zomer 2001
… wat wij hebben ervaren is, dat Zweden in de zomer een Middellands klimaat kan hebben, heerlijk warm en zonovergoten.
In Noorwegen heb je echter te maken met een zeeklimaat. Het voordeel van Noorwegen is, dat je met veel wind een fjord in kunt zeilen of achter de scherenkust beschut de route vervolgt.
In Bergen valt statistisch gezien de meeste regen. Er is niet voor niets in deze prachtige stad een “paraplu-automaat”! Als de zon schijnt en het is droog zeil je zomers in een T-shirt. In de fjorden waar je ook zomers langs gletsjers zeilt, kan het tijdelijk “winters koud” aanvoelen. Wie zijn hart aan dit land heeft verknocht, zet “gewoon” een muts op.
Nardi
Met een brede glimlach zit ik in de tuin onder een dekentje te genieten van ons heerlijke verleden. Bikkels bikkelen en niet alleen als het ijs en iijs koud is?.